Zonder donker ervaar je geen licht

We willen allemaal licht. Warmte. Duidelijkheid. Opluchting. Vreugde. Rust. Als mensen zoeken we van nature het licht op – in ons leven, in anderen, in onszelf. We verlangen naar goede dagen, helderheid in ons hoofd en ruimte in ons hart. En wanneer het donker wordt? Dan voelen we onrust. We willen eruit. Weg. Terug naar het licht.

Maar wat als het juist het donker is, dat het licht betekenis geeft?

Donkerte als contrast

Zonder het donker zouden we niet eens weten wat licht is. Zoals je dorst nodig hebt om water te waarderen, zo heb je ook pijn nodig om genezing te herkennen. Verdriet om vreugde echt te voelen. Stilte om geluid op waarde te schatten. Donkere periodes maken het licht niet waardevoller omdat het zeldzaam is, maar omdat het ineens zichtbaar wordt.

Als alles altijd goed zou gaan, zouden we niets meer herkennen als ‘goed’. Het zou normaal worden – kleurloos, betekenisloos. Maar wie ooit door het donker is gegaan, weet wat een straal zonlicht met je doet. Niet alleen in de lucht, maar ook in je ziel.

 

Het donker ontwijken is menselijk – maar ook zinloos

We proberen vaak het donker te vermijden. We leiden ons af, vullen onze agenda’s, scrollen eindeloos, of praten alleen over het positieve. Maar het donker hoort bij het leven. Het komt in de vorm van verlies, teleurstelling, twijfel, leegte of pijn. Soms ineens. Soms sluipend.

En hoe meer we het proberen te vermijden, hoe groter het lijkt te worden. Want het donker wil niet weggejaagd worden – het wil gezien worden. Herkend. Erkend. Pas dan ontstaat er ruimte voor iets nieuws.

 

In het donker groei je anders

Veel mensen zeggen het achteraf: “Die moeilijke periode heeft me gevormd.” Niet omdat het fijn was, maar omdat het hen dieper in contact bracht met zichzelf. Donkere seizoenen kunnen ons afpellen. Terugbrengen tot de kern. Wie ben ik als alles wegvalt? Wat blijft er over als ik even geen grip heb?

Het zijn dit soort momenten waarin onze wortels dieper gaan. Waarin karakter wordt gevormd. Waarin geloof, hoop en liefde getest – en verdiept – worden.

Je hoeft het donker niet te romantiseren. Het mag zwaar zijn. Pijnlijk. Rauw. Maar weet: het is tijdelijk. En als je het durft toe te laten, brengt het je dichter bij het licht dan je ooit was.

 

Licht wordt pas echt licht na het donker

Als het licht dan terugkomt – in de vorm van een doorbraak, een gesprek, een dag die ineens lichter voelt – dan zie je het. Dan voel je het. Dan weet je: dit is waardevol. Niet omdat alles opgelost is, maar omdat je hebt ervaren wat het is om te missen wat je nu weer ontvangt.

En dat is misschien wel de grootste schat van het leven: het besef dat niets vanzelfsprekend is. Dat dankbaarheid dieper wordt als je weet hoe het is om te wachten. Dat zachtheid groeit in de schaduw van gebrokenheid. Dat het licht niet zo helder schijnt als wanneer het opkomt uit het donker.

 

Laat het donker niet je einde zijn, maar je overgang

Misschien zit je nu midden in zo’n donkere fase. Of ken je iemand die daar zit. Weet dan: dit is niet het einde. Dit is een overgang. Een tijdelijk seizoen. Het donker heeft niet het laatste woord.

Er komt een dag waarop je weer licht ziet. En omdat je het donker kent, zul je het niet zomaar aan je voorbij laten gaan. Je zult het vieren. Ervan genieten. En het misschien zelfs weer doorgeven aan iemand anders die nog wacht op de ochtend.

 

Want zonder donker… zou je nooit weten hoe mooi licht werkelijk is.